Sluit menu

Verplichtingen

Alle bedrijven in Nederland moeten voldoen aan de richtlijnen die in de Arbowet staan. De Arbowet is bedoeld om goede arbeidsomstandigheden te bevorderen en ziekte en arbeidsongeschiktheid te voorkomen. Dat is in het belang van werknemer én werkgever. Hieronder vind je de minimale verplichtingen voor werkgevers in de houtstofbranche.

Risico-Inventarisatie en –Evaluatie (RI&E)

Ieder bedrijf is verplicht om een Risico-inventarisatie en -Evaluatie (RI&E) uit te (laten) voeren. Hierin wordt gekeken naar veiligheids- en gezondheidsrisico’s. Werkgevers kunnen gebruik maken van een erkende branche-RI&E, maar kunnen ook een RI&E laten uitvoeren. Bedrijven die maximaal 25 werknemers in dienst hebben en gebruik maken van een erkende branche-RI&E hoeven deze niet te laten toetsen. Bedrijven die meer dan 25 werknemers hebben moeten hun ingevulde RI&E laten toetsen door een Arbodienst of gecertificeerd kerndeskundige. Houtstof is in alle branche-RI&E’s van de houtbranches een belangrijk onderdeel van de inventarisatie.

De Inspectie SZW (voorheen Arbeidsinspectie) ziet toe op naleving van de RI&Everplichting en kan waar nodig sancties opleggen, zoals bijvoorbeeld een boete.

Explosieveiligheidsdocument (EVD)

Explosierisico’s en beheersmaatregelen moeten worden vastgelegd in een apart explosieveiligheidsdocument (EVD). Hoe zo’n EVD moet worden opgesteld, staat beschreven in de ATEX-leidraad. Bedrijven actief in de houtsector kunnen dit document opvragen bij hun brancheorganisatie.

Aanwezigheid van preventiemedewerker

Elk bedrijf in de houtsector moet ten minste één preventiemedewerker hebben aangesteld die verantwoordelijk is voor de uitvoering van maatregelen gericht op de veiligheid en gezondheid van medewerkers. Het kan gaan om een aparte functie, maar het kan ook een medewerker zijn die deze taak naast zijn functie uitoefent. Hoeveel tijd de medewerker aan risicopreventie moet besteden en welke mate van deskundigheid is gewenst, is afhankelijk van de ernst van de risico’s die naar voren zijn gekomen uit de RI&E. Tot maximaal 25 werknemers mag de directeur van het bedrijf als preventiemedewerker optreden, mits hij beschikt over de vereiste kennis op het gebied van veiligheid en gezondheid.

De rol van de preventiemedewerker in het bedrijf

Deze kan ingevuld zijn als de arbo-contactpersoon voor werknemers en als contactpersoon voor externe deskundigen.
De preventiemedewerker kan ook de rol hebben van arbocoördinator. Hier is sprake van een actieve rol bij de uitvoering van het arbobeleid. Bijvoorbeeld een motor en gangmaker door met betrekking tot het arbobeleid goede contacten te onderhouden met bedrijfsleiding, medewerkers, etc.
Het is ook mogelijk dat wordt gekozen voor de rol van beleidsadviseur. De preventiemedewerker ontwikkelt arbobeleid en stuurt en coördineert het arbobeleid.
Welke rol wordt gekozen en het daarbij behorende vereiste niveau van deskundigheid is afhankelijk van onder andere aard en omvang van het bedrijf, aard en omvang van de risico’s en de geldende wet- en regelgeving.

Medisch onderzoek

Iedere werknemer heeft recht op een arbeidsgezondheidskundig onderzoek (PAGO). De werkgever is verplicht dit aan de werknemers aan te bieden. Tegenwoordig spreken we vaak van een periodiek medisch onderzoek (PMO). De werkgever en de ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging zijn hierbij actief betrokken. Het is ook mogelijk dat naar aanleiding van de uitkomsten van het onderzoek, acties in het bedrijf worden uitgevoerd om de gezondheid van de werknemers te beschermen of te verbeteren.

Voorlichting aan werknemers

Bij wet is vastgelegd dat de werkgever ervoor moet zorgen dat hij zijn werknemers regelmatig doeltreffend inlicht over de te verrichten werkzaamheden en de daaraan verbonden risico’s. De verplichting geldt ook ten aanzien van de maatregelen die erop gericht zijn om deze risico’s te voorkomen of te beperken.
Voorbeelden van onderwerpen zijn de RI&E en het daarbij behorende Plan van Aanpak, actuele veiligheidsthema’s zoals houtstof, vallen en struikelen, intern transport, de bedrijfshulpverlening (inclusief het bhv-plan en calamiteitenprocedure) en het gebruik van de persoonlijke beschermingsmiddelen.
De wijze waarop de voorlichting plaatsvindt kan per bedrijf variëren. Arbo is een verplicht ‘agendapunt’. Registratie van het overleg/toolbox is ook nodig.
De werkgever moet erop toezien dat de instructies worden nageleefd en dat de persoonlijke beschermingsmiddelen worden gebruikt.

Bij het aanwijzen van een preventiemedewerker heeft de ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging per 1 juli 2017 instemmingsrecht. Voor deze datum geldt het instemmingsrecht alleen voor het takenpakket van de preventiemedewerker. Deze nieuwe verplichting geldt overigens niet voor zittende preventiemedewerkers.

De drie wettelijke taken van een preventiemedewerker zijn:

  • 1

    Het (mede) opstellen en uitvoeren van de RI&E en het daarbij behorende Plan van Aanpak.

  • 2

    Adviseren en nauw samenwerken met de ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging over de te nemen maatregelen voor een goed arbeidsomstandighedenbeleid. Per 1 juli krijgt de preventiemedewerker er als taak bij om de arbodeskundigen, zoals de bedrijfsarts, te adviseren en hiermee samen te werken. Bij bedrijven zonder OR of personeelsvertegenwoordiging dient de preventiemedewerker samen te werken met de belanghebbende werknemers.

  • 3

    De maatregelen die in het Plan van Aanpak staan (mede) uitvoeren.